Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in [37]dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede [dient]! Maar nu is het verborgen voor uw ogen. 37. Namelijk op welken ik nu voor de laatste reis tot u kom, en u waarschuw, tot uw behoud en zaligheid. Dit is een afgebroken rede, waarop moet worden verstaan: hoe gelukkig zoudt gij dan zijn? of iets dergelijks.